Spelen bestaat voor het overgrote deel uit bewegen. Mee kunnen doen met spelletjes buiten en op het schoolplein is belangrijk voor een kind. Skeeleren, fietsen, touwtje springen, voetballen, tikkertje, noem maar op. Daarnaast wordt er van een kind verwacht dat het tussen de lijntjes gaat schrijven, dat het zijn eigen veters kan strikken en dat het een zwemdiploma haalt.

Vaak signaleert de leerkracht dat er problemen zijn met de gymles of met het schrijven. Uw kind kan onhandig zijn en veel struikelen of vallen. Of juist heel houterig en stijf bewegen of bang zijn om te vallen en hoog te klimmen. Voor het kind kan het vervelend zijn om altijd de laatste te zijn met rennen of met het aan- en uitkleden.

Voor wat betreft het schrijven zien we veel kinderen die moeite hebben om leesbaar en/of tussen de lijntjes te schrijven. Ze kunnen ook last hebben van pijn of vermoeidheid in de hand of moeite hebben om het schrijftempo bij te houden. Als u dit herkent bij uw kind is het goed om uw kind een keer door een kinderfysiotherapeut te laten observeren.

We zien ook regelmatig kinderen met houdingsproblemen of afwijkende stand van de voeten en benen. En kinderen met luchtwegproblemen zoals astma en hyperventilatie.

Kinderen met handicaps en chronisch zieke kinderen zijn beperkt in hun bewegen. We helpen ze leren omgaan met hun mogelijkheden en zich optimaal te ontwikkelen. Na een botbreuk of operatie herstellen kinderen normaal gesproken vlot, maar het kan zijn dat uw kind zich toch anders blijft bewegen. Ook dan kan de kinderfysiotherapie het kind helpen om weer te bewegen als voorheen.

Signalen & Indicaties

Wanneer moet u met uw kind naar de kinderfysiotherapeut?

Hieronder volgt een lijst met signalen die erop kunnen wijzen dat er problemen zijn in het motorisch functioneren van uw kind.

  • bewegingen te hard doet of te zacht
  • vaak voorwerpen laat vallen, kleine ongelukjes heeft of regelmatig dingen omstoot
  • moeite heeft om zich te concentreren
  • moeilijk stil kan zitten
  • moeite heeft met gym
  • houterig beweegt of langzaam
  • niet van knippen, plakken, knutselen, tekenen en kleuren houdt
  • moeite heeft met schrijven
  • pijn heeft tijdens het schrijven
  • een matige lichaamshouding heeft bijvoorbeeld een kromme of holle rug
  • snel vermoeid is
  • problemen met de luchtwegen heeft
  • gewrichten heel ver kunnen worden bewogen of juist niet ver genoeg
  • er verschil is in bewegen tussen de linker en de rechter lichaamshelft
  • er verschil is in bewegen tussen de bovenste en de onderste lichaamshelft
  • uw kind achteruit gaat in zijn functioneren.

Welk motorisch gedrag kan wijzen op een sensomotorische stoornis?

  • angstig wordt en gaat huilen als het wordt bewogen
  • niet houdt van stoeien en wilde spelletjes
  • niet durft te schommelen
  • meer moeite heeft met of angstig is bij het aanleren van nieuwe motorische vaardigheden zoals zwemmen, zonder zijwielen fietsen, klimmen en klauteren.
  • met huilen reageert of zich terugtrekt in onverwachte en nieuwe situaties
  • het vervelend vindt om vieze handen te maken
  • het vervelend vindt om aangeraakt te worden
  • vaak valt of ergens tegenaan loopt
  • bewegingen te hard doet of te zacht

Als een kind een sensomotorische ontwikkelingsachterstand heeft, is het heel goed mogelijk dat het zich daardoor ook op andere gebieden minder goed ontwikkelt. Zo kunnen er bijvoorbeeld sociaal-emotionele problemen ontstaan, doordat het kind weinig zelfvertrouwen heeft. Het contact met andere kinderen kan afwijkend verlopen. Het kind trekt zich terug of er zijn veel confrontaties met leeftijdsgenoten. Ook kan het zijn, dat het kind juist speelt met veel jongere kinderen. Het is daarom van groot belang vroegtijdig te starten met de juiste begeleiding, zodat het kind op alle gebied zich optimaal kan ontwikkelen.

Onderzoek

We beginnen meestal met een aantal vragen aan uw kind en u als ouder. Dit betreft vragen over waar het kind tegenaan loopt en over de voorgeschiedenis, waaronder zwangerschap en geboorte en de ontwikkeling tot dan toe. Soms geeft het kind al aan wat het graag wil leren. Als het moeilijk of vervelend is voor uw kind om bij dit vraaggesprek aanwezig te zijn, dan geven we een oudervragenlijst mee, zodat u thuis één en ander kunt invullen en we in een later gesprek hierop terugkomen.

De eerste keer kijken we naar waar uw kind problemen mee heeft. We observeren hoe het kind beweegt en dit gaat spelenderwijs. In een vervolgsessie nemen we specifieke motorische testen af, waarbij we het kind vergelijken met leeftijdsgenoten. Zo krijgen we een beeld van de problematiek. Als de observatie rond is, volgt er een oudergesprek, waar we de resultaten van de observatie en de tests uiteenzetten. Meestal gebeurt dit zonder het kind, omdat het vervelend kan zijn om over uw kind te praten, waar het kind zelf bij is. We nemen, met uw toestemming, contact op met de huisarts en eventueel de leerkracht, om informatie over uw kind uit te wisselen. 

Behandeling / Adviezen

Wanneer het kind onder behandeling komt, stellen we een behandelplan op, dat we met u doorspreken. Spelenderwijs proberen we de motorische ontwikkeling van uw kind te stimuleren. Daarvoor hebben we onze ruimte en ons materiaal speciaal aangepast, zodat uw kind zich snel op zijn gemak zal voelen en plezier beleeft aan het bewegen. We proberen uw kind plezier te laten beleven aan de dingen, die het al wel kan. Van daaruit lokken we door middel van spel het kind uit zijn grenzen te verleggen en leert het nieuwe vaardigheden aan. We geven adviezen voor thuis, die we proberen zoveel mogelijk tijdens de dagelijkse activiteiten in te passen. Ook is er regelmatig overleg met de leerkracht en wanneer nodig brengen we een bezoek aan de klas tijdens een gym- of schrijfles.